Direct naar content
  • Ervaring sinds 2001

  • Trainingen door heel Nederland

Het NEN3140 aanwijsbeleid: heb jij het goed geregeld?

Zo maak je op de juiste manier gebruik van het aanwijsbeleid volgens de NEN3140

Zo, de cursus voor Vakbekwaam Persoon is gedaan. En nu? Maak je geen gebruik van het aanwijsbeleid, dan mag je strikt gezien nog evenveel als gister.

Het implementeren van een NEN3140 aanwijsbeleid is verplicht sinds 1995, aldus de Arbowet. Maar volgens NEN3140-trainer Sijbrand Seine, weet een groot deel van de bedrijven hier te weinig vanaf.

Hoe werkt een aanwijsbeleid en waarom is het zo belangrijk? Wij leggen het uit!

Iedereen moet worden aangewezen

Of je nou een Vakbekwaam Persoon bent, Voldoende Onderricht Persoon, werk- of installatieverantwoordelijke: volgens de Arbowet moet iedereen worden aangewezen.

Dat heeft te maken met veiligheid, welzijn en het milieuplan. De verantwoordelijkheid ligt bij de werkgever én werknemer, en is onderdeel van de Arbowet.

Sijbrand: “Je kunt niet als een gek tekeergaan en veel te veel werk op je nemen, om al voor je pensioen helemaal opgebrand te zijn. En andersom ook. De werkgever mag je niet allerlei fysieke taken laten uitvoeren, die wettelijk gezien niet meer kunnen. We moeten zorgen dat we op een nette manier de 67 jaar halen. Een hele discussie in Nederland, maar er wordt hard over nagedacht.”

Kennis, houding en competenties

In de Arbowet staat dus dat iedereen moet worden aangewezen voor de taken die men verricht. Zowel geestelijk als lichamelijk. De Arbowet heeft de NEN 3140 aangewezen als specifieke norm voor veilig werken in de elektrotechniek.

Sijbrand: “Stel, er gebeurt een elektrotechnisch gerelateerd ongeluk op de werkvloer en de oorzaak moet worden onderzocht via de rechtbank, dan vraagt de rechter jou als werkgever wat er in je aanwijzing staat. Wat mag de werknemer op het gebied van elektrotechniek, wat mag hij niet?

Ik noem het ook wel een elektrotechnisch rijbewijs. Je moet niet alleen kunnen aantonen dat je de werknemer hebt aangewezen voor de desbetreffende taken, maar ook waarom hij of zij daar volgens jou als werkgever geschikt voor is. Wat zijn de competenties, welke cursussen heeft hij of zij gevolgd, over welke vaardigheden beschikt hij of zij en klopt de houding? Daar moet je als werkgever allemaal over nadenken.”

Blauwdruk van de monteur

Een voldoende Onderricht Persoon (VOP) mag beperkte elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren, met een klein elektrotechnisch risico. Ze zijn geen elektrotechneut, maar eerder huismeester. De taken die zij mogen verrichten, omschrijf je in de aanwijzing.

Denk hierbij aan het vervangen van lampen, het vervangen van stopcontacten en het vervangen van zekeringen tot een bepaalde waarde in ampères. Een Vakbekwaam Persoon (VP) is een volledig elektromonteur. Van hem of haar wordt er meer zelfstandigheid verwacht: het zelfstandig inschatten van de elektrotechnische risico’s en het uitvoeren van elektrotechnische werkzaamheden.

Maar, stelt Sijbrand, de werkgever moet er dan wél van overtuigd zijn dat hij of zij dat ook werkelijk kan. “Als het om een jongen gaat die overal lak aan heeft, moet de werkgever hier iets mee. Een beperking op de werkzaamheden bijvoorbeeld: werken met (constante) begeleiding of onder toezicht.

Denk bij het aanwijzen aan de gevolgde scholing, het kennen van de veiligheidsmaatregelen en het volgen van de procedures. Zo ga je het lijstje af, tot je een blauwdruk krijgt van de monteur. Als er niks gebeurt, klaagt niemand erover. Totdat de hazen anders gaan lopen: dan moeten alle documenten op tafel komen. Maar aan de andere kant is het natuurlijk ook handig dat je als werkgever weet: wat heb ik nou eigenlijk in huis aan vakmensen?”

Test je aanwijsbeleid!

Je hebt je werknemers aangewezen, er ligt een aanwijsbeleid op tafel, en nu? “Ik adviseer bedrijven altijd om het aanwijsbeleid mee te nemen in de functioneringsgesprekken. Klopt de aanwijzing nog; doe je meer of doe je minder?

Wil je doorgroeien, dan kan de werkgever beslissen om je verder op te leiden.” Om te kijken of je aanwijsbeleid nog klopt, moet je dat wel kunnen testen. “Bij een elektrotechnisch bedrijf is het ‘testen’ niet zo moeilijk, daar lopen genoeg elektrotechnici rond die de werknemers kunnen beoordelen.

Laat je werknemers bijvoorbeeld een assessment afnemen door een vakdeskundige en laat hem of haar een dag(deel) meelopen. Een eigen installatie- of werkverantwoordelijke in huis? Dan kan hij of zij dit uitvoeren, maar zo niet: dan kun je ook een externe assessor inhuren. “Het voordeel van een externe partij, is dat de slager zijn eigen vlees niet keurt.”

Werkgever als eindverantwoordelijke

Heb je een klein bedrijf? Ook dan is het aanstellen van onder andere een Installatieverantwoordelijke verplicht. Bij een klein bedrijf mag je als werkgever of eigenaar de rol van Installatieverantwoordelijke zelf op je nemen.

Als werkgever ben je uiteindelijk toch de eindverantwoordelijke: je bent zelf aansprakelijk voor eventueel geleden letsel. “Je kunt natuurlijk iemand inhuren om je voor te lichten. Diegene kan je uitleggen welke voorwaarden er aan bepaalde taken hangen en wat voor assessments je kunt afnemen.

Zo kun je als werkgever met een goed gevoel een handtekening zetten onder je aanwijsbeleid.” Hoe vaak je je aanwijsbeleid moet herzien, hangt af van de grootte en de risicofactoren van je bedrijf. De lijsten vind je terug in de norm, waar je op basis van je werkzaamheden en een som van overige factoren, uit kunt rekenen hoe vaak jij je aanwijsbeleid zou moeten herzien.”

Kleine samenvatting

Kortom: alle personen die elektrische werkzaamheden verrichten moeten worden aangewezen. Een aanwijsbeleid hangt onder je arbeidscontract, waarin staat welke werkzaamheden je precies mag uitvoeren en waarom je daar competent voor wordt geacht.

Deze werkzaamheden mogen ook worden beschreven in een contract, zolang het maar schriftelijk op tafel ligt. “Welke cursussen je hebt gevolgd, welke vaardigheden je bezig en welke houding je hebt, dat moet er allemaal instaan. Volgens de Arbowet mag er nooit onder elektrische spanning worden gewerkt. Dit is soms lastig te organiseren.

Je houding bepaalt of je wel of niet onder spanning gaat werken. En een houding, die kun je observeren! Een certificaat  van deelname aan een NEN 3140 training zegt nog helemaal niks. Het vertelt mij namelijk niks over hoe jij je gedraagt en welke vaardigheden je bezig. Het gaat hier wel om gevaarlijk werk, daar moet iedereen zich bewust van zijn.”

Meer weten? V-Kam Education helpt je graag bij je implementatiebeleid van de NEN 3140 in je bedrijfsvoering. Schrijf je nu nog in voor één van de praktijkgerichte NEN 3140 cursussen.

Ook interessant…

Dit blog is geschreven door Willem Jan Beens

Oprichter, inspirator, sparringpartner

Willem Jan heeft al meer dan 20 jaar ervaring in het KAM-vak. En de kennis hierover deelt hij graag in zijn blogs. Zijn doel is jou helpen om effectiever, veiliger en duurzamer te werken.

Lees meer